Geography is the fifty-fourth (assuming left to right) skill in the Dutch language tree with a total of five lessons. These five lessons teach the names of geographical features like mountains and deserts.
Lessons[]
Lesson 1[]
- het meer = lake
- het land = country
- het eiland = island
- het bos = forest
- de zee = sea
- de rivier = river
Lesson 2[]
- de berg = mountain
- het landschap = landscape
- de woestijn = desert
- de kust = coast
- het veld = field
- de oceaan = ocean
Lesson 3[]
- de vallei = valley
- de heuvel = hill
- het kanaal = canal
- het gebied = area
- de brug = bridge
- de rots = rock
Lesson 4[]
- de regio = region
- de kaart = map
- de hoofdstad = capital
- de grens = border
- het continent = continent
- de wereld = world
Lesson 5[]
- het oosten = the east
- ten = to the
- het noorden = the north
- het zuiden = the south
- Engeland = England
- het westen = the west
References[]
Duolingo Lesson: www.duolingo.com/skill/dn/Geography